lichaamstaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·chaams·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lichaamstaal lichaamstalen
verkleinwoord lichaamstaaltje lichaamstaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de lichaamstaalv / m

  1. het geheel van communicatieve boodschappen dat door middel van gebaren, mimiek, lichaamshouding en oogcontact wordt overgebracht dus niet d.m.v. het gesproken woord.
    • Lichaamstaal van kinderen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be