levensbehoefte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·be·hoef·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord levensbehoefte levensbehoeften
levensbehoeftes
verkleinwoord levensbehoeftetje levensbehoeftetjes

Zelfstandig naamwoord

de levensbehoeftev

  1. wat nodig is om te kunnen overleven, (voedsel etc.)
     Oscar en hij hadden natuurlijk een ingenieursfirma kunnen beginnen in Bergen, ze zouden meer hebben kunnen verdienen dan de eerste levensbehoeften, zelfs iets hogerop zijn gekomen, al hadden ze het hoogstwaarschijnlijk niet tot de sociëteit van Bergen geschopt.[2]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be