leftover

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
leftover - -

Bijvoeglijk naamwoord

leftover

  1. overblijvend, resterend (en onbenut)
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
leftover leftovers

Zelfstandig naamwoord

leftover (meestal gebruikt in het meervoud)

  1. overblijfsel, rest
  2. (kookkunst) overblijfsel, restje, kliekje (overblijfsel of restjes van voedsel)
    «Are we having leftovers again from yesterday?»
    Hebben we weer restjes van gisteren?
  3. overblijfsel (een anachronistische overleving)
    «The law is a leftover from earlier times.»
    De wet is een overblijfsel uit vroeger tijden.
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen