leest door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leest door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorlezen

leest door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen
    • Jij leest door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen
    • Hij leest door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorlezen
    • Leest door! 
Verwante begrippen


Gangbaarheid