laufend
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- lau·fend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
laufend |
- |
- |
alle verbuigingsvormen |
Bijvoeglijk naamwoord
laufend
- lopend, wandelend
- lopend, stromend (b.v. van water)
- «Viele Israelis seifen sich wegen Wasserknappheit unter der Dusche ohne laufendes Wasser ein.»
- Veel Israëli's zeepen zich onder de douche zonder stromend water vanwege een tekort aan water.
- «Viele Israelis seifen sich wegen Wasserknappheit unter der Dusche ohne laufendes Wasser ein.»
- aan de gang, in bedrijf, voortdurend
- (techniek) draaiend
- courant, heden, lopend
- opeenvolgend, strekkend
Afkorting
- [5-6]: lfd.
Synoniemen
- [3]: dauernd
Antoniemen
- [1-2]: ruhend
Verwante begrippen
- [1]: rennend
- [2]: fließend
- [2]: strömend
- [5]: gegenwärtig
- [6]: aufeinanderfolgend
Afgeleide begrippen
- [2-3]: ablaufend
- [3]: gleichlaufend
Typische woordcombinaties
- [3]: vor laufender Kamera
voor de lopende camera
- [4]: bei laufendem Motor
bij draaiende motor
- [5]: der laufende Monat
de lopende maand
- [5]: laufende Ausgaben
lopende uitgaven
- [6]: das laufende Meter
de strekkende meter
- [6]: die laufende Nummer (lfd. Nr.)
de lopende nummer
Uitdrukkingen en gezegden
- [5]: auf dem Laufenden [1] sein
op de hoogte zijn
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
laufend | - | - |
Bijwoord
laufend
- lopend, wandelend
- lopend, stromend
- aan de gang, in bedrijf, voortdurend
- (techniek) draaiend
- courant, heden
- opeenvolgend, strekkend
Synoniemen
- [3]: dauernd
Antoniemen
- [1-2]: ruhend
Verwante begrippen
- [1]: rennend
- [2]: fließend
- [2]: strömend
- [5]: gegenwärtig
- [6]: aufeinanderfolgend
Werkwoord
laufend
- onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van laufen
Verwijzingen
- ↑ gesubstantiveerde vorm