laufend

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • lau·fend
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Duitse werkwoord laufen met het achtervoegsel -d.
stellend vergrotend overtreffend
laufend
-
-
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

laufend

  1. lopend, wandelend
  2. lopend, stromend (b.v. van water)
    «Viele Israelis seifen sich wegen Wasserknappheit unter der Dusche ohne laufendes Wasser ein.»
    Veel Israëli's zeepen zich onder de douche zonder stromend water vanwege een tekort aan water.
  3. aan de gang, in bedrijf, voortdurend
  4. (techniek) draaiend
  5. courant, heden, lopend
  6. opeenvolgend, strekkend
Afkorting
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [3]: vor laufender Kamera
voor de lopende camera
  • [4]: bei laufendem Motor
bij draaiende motor
  • [5]: der laufende Monat
de lopende maand
  • [5]: laufende Ausgaben
lopende uitgaven
  • [6]: das laufende Meter
de strekkende meter
  • [6]: die laufende Nummer (lfd. Nr.)
de lopende nummer
Uitdrukkingen en gezegden
  • [5]: auf dem Laufenden [1] sein
op de hoogte zijn
stellend vergrotend overtreffend
laufend - -


Bijwoord

laufend

  1. lopend, wandelend
  2. lopend, stromend
  3. aan de gang, in bedrijf, voortdurend
  4. (techniek) draaiend
  5. courant, heden
  6. opeenvolgend, strekkend
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Werkwoord

laufend

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van laufen

Verwijzingen

  1. gesubstantiveerde vorm