languit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lang·uit
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

languit

  1. zo lang als mogelijke is
    • Hij viel languit op straat. 
     Na drie weken alleen te hebben gelopen, kwam ik op een dag bij een beekje vier jongens tegen die languit in het stof lagen uit te rusten.[1]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be