laar
Nederlands
Niet te verwarren met: -laar |
Uitspraak
Woordafbreking
- laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laar | laren |
verkleinwoord | laartje | laartjes |
Zelfstandig naamwoord
het laar o
- een open plek in een bos
- Het laar was van bovenaf mooi te bezichtigen.
Schrijfwijzen
Vertalingen
1. een open plek in een bos
Gangbaarheid
- Het woord laar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laar" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "laar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ laar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ laar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ laar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be