kwijtspeelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwijt·speel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwijtspelen |
kwijtspeelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van kwijtspelen
- ...dat wij kwijtspeelden.
- ...dat jullie kwijtspeelden.
- ...dat zij kwijtspeelden.
- ...dat wij kwijtspeelden.