kwek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwek
enkelvoud meervoud
naamwoord kwek kweks
verkleinwoord kwektje kwektjes

Zelfstandig naamwoord

de kwekm

  1. (informeel), (persoon) iemand die veel te veel kletst, kwebbelt enz.
  2. (informeel), (dysfemisme) mond [1] (in dezelfde context als onder [1])
    • Hou je kwek toch eens! 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
kwekken

kwek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwekken
    • Ik kwek. 
  2. gebiedende wijs van kwekken
    • Kwek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwekken
    • Kwek je? 

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be