kwantor

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kwantor    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kwan·tor

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van kwant, kwantum of quantum met het achtervoegsel -or

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kwantor	kwantoren
verkleinwoord	kwantortje	kwantortjes

Zelfstandig naamwoord

de kwantor m

1. iets dat een hoeveelheid nader omschrijft
2. (taalkunde) in de syntaxis een determinator die meer informatie verschaft over de al dan niet telbare hoeveelheid van het woord waar het bij hoort (meestal een zelfstandig naamwoord
3. (wiskunde) een taalelement in de wiskunde dat wordt gebruikt om makkelijk bondige uitspraken te kunnen formuleren

Hyponiemen

• existentiekwantor

Vertalingen

    1.   

Spaans: cuantificador (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord kwantor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.