kwansuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwan·suis
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

kwansuis

  1. op een manier die een bepaalde, onjuiste of niet-gemeende indruk moet geven
    • Hilarisch hoogtepunt is voor mij het schertsinterview dat Bomans in 1963 ter gelegenheid van Carmiggelts vijftigste verjaardag met de jubilaris maakte. Interviewer Bomans laat kwansuis merken dat hij zichzelf veel beter vindt dan zijn gastheer, en geeft hem en zijn vrouw vervolgens onderricht in het drinken van oude klare. [3]
Synoniemen

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen