kwajongen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·jon·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwajongen kwajongens
verkleinwoord kwajongetje kwajongetjes

Zelfstandig naamwoord

de kwajongenm

  1. een jongen die dingen doet die men niet goedkeurt, maar die men toch aardig vindt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen