kwadraat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwa·draat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vierkant’ voor het eerst aangetroffen in 1537 [1]
  • Komt van het Latijnse quadratus (vierkant) met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord kwadraat kwadraten
verkleinwoord kwadraatje kwadraatjes

Zelfstandig naamwoord

het kwadraato

  1. (wiskunde) het resultaat van de vermenigvuldiging van een getal met zichzelf
    • Negen is het kwadraat van drie. 
  2. vierkant
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen