kwaaiig

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwaai·ig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van kwaad met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kwaaiig kwaaiiger kwaaiigst
verbogen kwaaiige kwaaiigere kwaaiigste
partitief kwaaiigs kwaaiigers -

Bijvoeglijk naamwoord

kwaaiig

  1. op een boze, verontwaardigde manier
    • Ook in Nederland werd de kritiek, voor zover überhaupt opgemerkt, enigszins kwaaiig als absurd terzijde geschoven. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. de Volkskrant CHRIS BUUR27 september 2012 De naakte noirheid
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be