kustwacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kust·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kustwacht kustwachten
verkleinwoord kustwachtje kustwachtjes

Zelfstandig naamwoord

de kustwachtv / m

  1. een staatsorgaan dat de beveiliging van de kustwateren tot taak heeft
    • De kustwachten van een aantal eilanden in het Caraïbische gebied werken nauw samen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be