krijgsman

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krijgs·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krijgsman krijgslieden
krijgslui
krijgsmannen
verkleinwoord krijgsmannetje krijgsmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de krijgsmanm

  1. (militair) (beroep) militair, soldaat, strijder
    • Eén enkele kundige en verstandige krijgsman tegen de machtige troepen van de vijand uitzenden zou niet alleen goedkoper zijn voor de staat, maar misschien ook eenvoudiger voor de goden. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be