kredietkaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kre·diet·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kredietkaart kredietkaarten
verkleinwoord kredietkaartje kredietkaartjes

Zelfstandig naamwoord

de kredietkaartv / m

  1. (financieel), (economie) een kaart waarmee men op voorschot een betaling kan doen
    • Wanneer je rekening van de kredietkaart niet onmiddellijk betaald wordt, wordt er een hoge rente berekend. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be