kots
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kots
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kots | - |
verkleinwoord | kotsje | kotsjes |
Zelfstandig naamwoord
de kots m
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kotsen |
kots
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kotsen
- Ik kots.
- gebiedende wijs van kotsen
- Kots!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kotsen
- Kots je?
Gangbaarheid
- Het woord kots staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kots" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be