kostwinner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kost·win·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kostwinner kostwinners
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kostwinnerm

  1. degene in het gezin die het belangrijkste deel van het inkomen verdient en daarmee de rest van het gezin onderhoudt
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be