kortademigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kort·ade·mig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kortademigheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kortademigheidv

  1. het snel buiten adem zijn en/of het gevoel van benauwdheid
    • Vanwege haar claustrofobie krijgt ze kortademigheid in kleine ruimtes. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid