korfbal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Korfbal als zaalsport.
Uitspraak
Woordafbreking
  • korf·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord korfbal -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het korfbalo

  1. (sport) sport waarbij teams die uit zowel mannen als vrouwen bestaan scoren wanneer het lukt de bal bij de tegenstanders door een mand (korf) zonder bodem te gooien
    • Korfbal is een van oorsprong Nederlandse sport en een van de weinige sporten die gemengd door mannen en vrouwen gespeeld wordt. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
korfballen

korfbal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
    • Ik korfbal. 
  2. gebiedende wijs van korfballen
    • Korfbal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van korfballen
    • Korfbal je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen