kopvrouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kop·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kopvrouw kopvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kopvrouwv

  1. leidster van een (sport)team
    • Nederland miste in Den Bosch kopvrouw Kiki Bertens, die de voorkeur gaf aan haar eigen carrière. De kans is uiterst miniem dat ze tegen Japan wel van de partij zal zijn, omdat dan het gravelseizoen volop bezig is. [1] 
    • Vos, de 31-jarige kopvrouw van WaowDeals Pro Cycling, viert in Groot-Brittannië haar rentree in het peloton. Ze is helemaal hersteld van een sleutelbeenbreuk, die ze op 22 april opliep bij een valpartij in Luik-Bastenaken-Luik. De Ronde van Groot-Brittannië voor vrouwen eindigt zondag. [2] 
  2. vrouw die aan de leiding gaat bij een sportwedstrijd
Synoniemen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen