kooplust
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- koop·lust
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koop ww en lust
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kooplust | kooplusten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kooplust m
- lust, neiging om te kopen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kooplust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kooplust" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be