konfijten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kon·fij·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘in suiker inleggen’ voor het eerst aangetroffen in 1340 [1]
  • Van het Franse confire
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
konfijten
konfijtte
gekonfijt
zwak -t volledig

Werkwoord

konfijten

  1. overgankelijk (kookkunst) plaatsen van levensmiddelen in suiker om deze te zoeten en te conserveren
    • We konfijten de schillen in suikerstroop om er sukade van te maken. 
  2. vlees bij een temperatuur onder de 90 oC langdurig garen in dierlijk vet
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen