kondschapper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kond·schap·per
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van kondschappen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kondschapper | kondschappers |
verkleinwoord | kondschappertje | kondschappertjes |
Zelfstandig naamwoord
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'kondschapper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.