kondschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kond·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kondschap | kondschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kondschap v
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kondschappen |
kondschap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kondschappen
- Ik kondschap.
- gebiedende wijs van kondschappen
- Kondschap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kondschappen
- Kondschap je?
Gangbaarheid
- Het woord kondschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kondschap" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -schap in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Formeel in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 18 %
- Prevalentie Vlaanderen 15 %