koloniseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ko·lo·ni·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
koloniseren |
koloniseerde
- enkelvoud verleden tijd van koloniseren
- Ik koloniseerde.
- Jij koloniseerde.
- Hij, zij, het koloniseerde.
- Ik koloniseerde.
vervoeging van |
---|
koloniseren |
koloniseerde