kollig

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord kollig kolligte

Zelfstandig naamwoord

kollig

  1. schijnwerper
    «Ook is die wydverspreide korrupsie weer in die kollig.»
    Ook staat de wijdverbreide corruptie weer in de schijnwerper.
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=kollig&oldid=1474197"