koffiekoek

Nederlands

Een koffiekoek met noten

Uitspraak

• Geluid:  koffiekoek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kof·fie·koek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koffie  en  koek 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koffiekoek	koffiekoeken
verkleinwoord	koffiekoekje	koffiekoekjes

Zelfstandig naamwoord

de koffiekoek m

1. (voeding) koek die men bij de koffie nuttigt

   • We werden ontvangen met koffie en een koffiekoek. 

Verwante begrippen

• koffiebroodje

Vertalingen

    1.   

Duits: Kaffeeküche (de) v Engels: coffee cake (en)

Frans: gâteau au café  (fr) m

Gangbaarheid

• Het woord koffiekoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "koffiekoek" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.