knoopsgat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knoops·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knoopsgat knoopsgaten
verkleinwoord knoopsgaatje knoopsgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het knoopsgato

  1. (kleding) spleet die in een stuk stof is gemaakt zodat een ander stuk stof daaraan kan worden vastgemaakt met behulp van een op het tweede stuk stof bevestigd schijfje dat net door die spleet past
    • Als je een knoopsgat maakt moet je zorgen dat het niet te rafelig wordt. 
    • Hij herkent hem aan zijn kapotjas, omdat hij altijd zo'n rood ding in zijn knoopsgat droeg, mijn 'legioen van smeer', zoals hij zei. Een scherpzinnig man was Grisonnier niet. Ook niet fijnbesnaard, maar een beste kerel, iedereen mocht hem graag. [1] 
  2. (schimmels) bepaald soort schimmel, Meloderma desmazieri op Wikispecies
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be