knoeierij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knoei·e·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knoeierij knoeierijen
verkleinwoord knoeierijtje knoeierijtjes

Zelfstandig naamwoord

de knoeierijv

  1. oneerlijk, onnauwkeurig of onkundig handelen
    • Volgens Rotterdam is er een overschot aan sociale woningen, de Woonbond komt tot een hele andere conclusie. „Met dezelfde cijfers komen we tot geheel andere conclusies. De gemeente komt uit op 123.500 gezinnen die recht hebben op een sociale huurwoning, wij op 183.000. De cijfers van de gemeente zijn knoeierij, wij hebben ze beter in de grip.” [3] 
    • Aan het eind van het vierdaagse congres van het Centraal Comité, de hoogste autoriteit van de communistische partij, werden de personen bekendgemaakt die zijn geroyeerd wegens knoeierij. Behalve van Wu was van de anderen op de lijst, onder wie de partijbaas van de stad Chongqing Sun Zhengcai, bekend dat hun politieke functioneren onderwerp was van onderzoek. [4] 
    • Onze samenleving heeft behoefte aan mensen die zichzelf zijn; die niet de grote jongen willen uithangen. Wie eerlijk is over eigen beperkingen dwingt vaak meer respect af dan iemand die al dan niet met behulp van knoeierij zich groter voordoet dan hij is. Aan stoerdoenerij heeft iedereen uiteindelijk een hekel. [5] 
    • Ook eurocommissaris Almunia reageerde op de Griekse knoeierij: „Ik wil een onderzoek. Dit mag niet meer gebeuren.” Die boodschap is niet alleen tegen Athene gericht. Het hele systeem van Europese berekeningen is gebaseerd op cijfers uit de hoofdsteden. Regeringen weigeren teveel Europese controle op hun nationale begroting. Griekenland is door de mand gevallen. Sommigen zijn benieuwd wie de volgende is. [6] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[7]


Verwijzingen