knijperig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knij·pe·rig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van knijpen met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | knijperig | knijperiger | knijperigst |
verbogen | knijperige | knijperigere | knijperigste |
partitief | knijperigs | knijperigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
knijperig
- al te zuinig
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord knijperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knijperig" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be