knieholte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knie·hol·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knie en holte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knieholte | knieholtes knieholten |
verkleinwoord | knieholtetje | knieholtetjes |
Zelfstandig naamwoord
de knieholte v
- (anatomie) Holte achter het kniegewricht.
- De vlag wordt vast geklemd in de knieholte: ik maak mijn handen vrij en ga voor niets opzij.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord knieholte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knieholte" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be