klop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klop kloppen
verkleinwoord klopje klopjes

Zelfstandig naamwoord

de klopm [3] [4]

  1. hoorbare slag
  2. nederlaag of pak slaag
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kloppen

klop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kloppen
    • Ik klop. 
  2. gebiedende wijs van kloppen
    • Klop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kloppen
    • Klop je? 

Tussenwerpsel

klop

  1. het geluid dat ontstaat door met een vingergewricht tegen een hard oppervlak te tikken

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
klop
geklop
volledig

Werkwoord

klop

  1. kloppen
    «Ek het geklop aan 'n deur in 'n donker straat agter die teater.»
    Ik klopte op een deur in een donkele straat achter het theater.