klontje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  klontje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• klont·je

Zelfstandig naamwoord

het klontje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klont

Hyponiemen

• ijsklontje, suikerklontje

Afgeleide begrippen

• klontjessuiker, klontjestang

Uitdrukkingen en gezegden

• zo klaar als een klontje

heel duidelijk

∗ Bornerbroeker Jan Bartels toont het document met brisante inhoud. Voor hem is het nu zo klaar als een klontje. „Het móest de gekozen variant worden. Nu het hier zwart-op-wit staat, is het klip en klaar. Alles was voorgekookt. Het is van de zotte”, foetert de voorzitter van Dorpsbelangen Bornerbroek.

Vertalingen

    1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klont   

Duits: Klümpchen (de) o Engels: cube (en)

Spaans: cubo (es) m, dado (es) m, grumo (es) m, terrón (es) m

Gangbaarheid

• Het woord klontje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klontje" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.