klokka

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • klok·ka
Naar frequentie 734

Zelfstandig naamwoord

klokka, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van klokke
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • klok·ka

Werkwoord

klokka

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast klokke, zie aldaar

klokka

  1. verleden tijd van klokka
  2. voltooid deelwoord van klokka

klokka

  1. gebiedende wijs van klokka
Schrijfwijzen

Werkwoord

klokka

  1. verleden tijd van klokke
  2. voltooid deelwoord van klokke

klokka

  1. gebiedende wijs van klokke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

klokka, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van klokke
Uitdrukkingen en gezegden
  • like før klokka sju
net voor 7 uur


Oudnoords

Woordafbreking
  • klok·ka
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klokka
klokkar
klokkaði
klokkat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

klokka

  1. bråke, klinken, roepen, schreeuwen
Verwante begrippen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   klokka         klokkur        
genitief   klokku         klokkna        
datief   klokku         klokkum        
accusatief   klokku         klokkur        

Zelfstandig naamwoord

klokka, v

  1. klok
  2. bel
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen