kleedden om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleed·den om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omkleden

kleedden om

  1. meervoud verleden tijd van omkleden
    • Wij kleedden om. 
    • Jullie kleedden om. 
    • Zij kleedden om. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid