klaarstoomden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaar·stoom·den

Werkwoord

vervoeging van
klaarstomen

klaarstoomden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van klaarstomen
    • ...dat wij klaarstoomden. 
    • ...dat jullie klaarstoomden. 
    • ...dat zij klaarstoomden.