kinderzegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kinderzegen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kin·der·ze·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kind en zegen met het invoegsel -er- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderzegen | kinderzegens |
verkleinwoord | kinderzegentje | kinderzegentjes |
Zelfstandig naamwoord
de kinderzegen m
- de nakomelingen, het kroost
Gangbaarheid
- Het woord kinderzegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kinderzegen" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be