kinderrijk

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·rijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van kind met het achtervoegsel -lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kinderrijk kinderrijker kinderrijkst
verbogen kinderrijke kinderrijkere kinderrijkste
partitief kinderrijks kinderrijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

kinderrijk [1]

  1. met veel kinderen
    • Het plan kwam op tafel omdat een dorpsgenoot het jammer vond dat reizigers die met een stoomtrein van de MBS in Boekelo aankomen, hier verder nergens naar toe kunnen. Er zijn in de weekeinden nauwelijks activiteiten. Daarom is zo’n kinderboerderij een prima idee. Per slot van rekening zijn het vooral gezinnen die met de trein komen. Daar komt bij dat Boekelo tegenwoordig een vrij kinderrijk dorp is. Dus voor de eigen bewoners is het ook een leuk uitstapje.” [2] 
    • De Veenendaler zat in 2013 al een straf uit voor het bezit van kinderporno en seksueel misbruik. Toen hij op vrije voeten kwam, ging hij weer in zijn oude, kinderrijke buurt wonen. Burgemeester Wouter Kolff van Veenendaal wilde hem allerlei beperkingen opleggen, maar dat mocht niet van de rechter. Achteraf bleek dat de man in de tijd dat de rechtszaken over zijn gebiedsverbod speelden alweer kinderporno verzamelde. [3] 
    • Lees je het verkiezingsprogramma van het CDA, dan blijkt dat die partij de hoekstenen van de samenleving ’gezin’ en ’familie’ tegenwoordig ruimer interpreteert dan enkel (generaties) kinderrijke heteroseksuele huwelijken. Tegenwoordig legt het CDA de nadruk op allerlei samenlevingsvormen waarin zorg en aandacht voor elkaar bestaan. [4] 
    • De commandant van de vlieger voorspelde indertijd dat luitenant Saft, die een half jaar later promotie maakte tot kapitein, waarschijnlijk een levenslang trauma zou oplopen. Saft moest immers – bungelend aan zijn parachute – lijdzaam toezien hoe de F-16 zich vol in de kinderrijke wijk boorde. Pas een halfuur later vernam de piloot dat er wonderwel niemand was geraakt. [5] 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 17-01-11 Boekelo broedt op kinderboerderij
  3. De Telegraaf 22 nov. 2016 Cel en tbs voor pedoseksueel Veenendaal
  4. De Telegraaf NAUSICAA MARBE 20 jan. 2017 Buma moet man en paard noemen
  5. De Telegraaf JAN COLIJN 11 feb. 2017 De crash van Hengelo
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be