kimspiegel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kimspiegel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kim·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kim en spiegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kimspiegel | kimspiegels |
verkleinwoord | kimspiegeltje | kimspiegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de kimspiegel m
- (scheepvaart), (optica) een halfdoorlatende spiegel van een sextant of octant, waardoorheen men tegelijk de horizon, en een gereflecteerd van een hemellichaam kan zien
- Een spiegelsextant heeft twee spiegels: één die met de alhidade meedraait (de zg. grote spiegel) en de andere, de kleine spiegel, is de kimspiegel.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de kleine spiegel van in sextant of octant
Gangbaarheid
- Het woord 'kimspiegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.