kille

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kil·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kille killes
verkleinwoord killetje killetje

Zelfstandig naamwoord

de killev / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) joodse gemeente
  2. (verouderd), (studententaal) de harde maatschappij buiten het studentenleven
    • De maatschappij, de ‘kille’, waarvoor de gemiddelde student van weleer een zekere ‘burschikose’ minachting had, krijgt vat op de studeerende jeugd, omdat zij wel gedwongen wordt te beseffen, dat het het met de uitzonderingspositie der negentiende eeuw en den Klikspaangeest gedaan is. [3]
Schrijfwijzen
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

kille

  1. verbogen vorm van de stellende trap van kil

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen