kijkbuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kijk·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kijkbuis kijkbuizen
verkleinwoord kijkbuisje kijkbuisjes

Zelfstandig naamwoord

de kijkbuisv

  1. (informeel) televisie
  2. (medisch) flexibele slang via welke in het lichaam kan worden gekeken en geopereerd
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be