kevlar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kevlar    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈkɛflɑr/

Woordafbreking

• kev·lar

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels (neologisme) Kevlar, merknaam van Dupont, voor wie de scheikundige S.L. Kwolek dit materiaal in 1965 ontwikkelde

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kevlar
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kevlar o

1. (materiaalkunde) een synthetische vezel die erg sterk is

   • In kogelwerende vesten is kevlar verwerkt. 
   • de onderzoekers zijn er voor het eerst in geslaagd om een zijderups zover te krijgen dat hij spinnenzijde maakt. Hierbij hebben ze vezels geproduceerd die maar liefst zes keer sterker zijn dan het materiaal kevlar dat wordt gebruikt in kogelwerende vesten.  

	stellend
onverbogen	kevlar
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

kevlar

1. (materiaalkunde) gemaakt van kevlar

   • Het kevlar vest wordt veel door journalisten gebruikt 

Gangbaarheid

• Het woord kevlar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kevlar" herkend door:

55 %	van de Nederlanders;
55 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.