kettingroken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ket·ting·ro·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kettingroken
-
(gekettingrookt)
onvolledig

Werkwoord

kettingroken

  1. aan een stuk door roken van voornamelijk sigaretten
    • Hoelang zit ze nu al te kettingroken? 
Opmerkingen
  • "te kettingroken" komt als enige voor, de vorm "ketting te roken" wordt in de spreektaal wel gebruikt, maar is onjuist. Vervoegde vormen zijn zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

het kettingrokeno

  1. het aan een stuk door roken van voornamelijk sigaretten
    • Het is niet eenvoudig met kettingroken te stoppen. 

Gangbaarheid

Meer informatie