kerktoren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerk·to·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerk en toren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerktoren | kerktorens |
verkleinwoord | kerktorentje | kerktorentjes |
Zelfstandig naamwoord
de kerktoren m
- een toren bij een kerk
- De kerktoren stond op instorten.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kerktoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kerktoren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be