kerkhof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·hof
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘begraafplaats’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • oorspronkelijk werden de doden in het hof van een kerk begraven
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkhof kerkhoven
verkleinwoord kerkhofje kerkhofjes

Zelfstandig naamwoord

het kerkhofo

  1. terrein waar overledenen begraven worden
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De dader ligt op het kerkhof
er is niemand die weet wie de dader is
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen