kasboek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kas en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kasboek | kasboeken |
verkleinwoord | kasboekje | kasboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het kasboek o
- een schriftelijke notatie van alle in- en uitgaven die bij een geldkas hoort
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kasboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kasboek" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be