karabijn

Uit WikiWoordenboek
M2 karabijn.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·ra·bijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buks’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1582 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord karabijn karabijnen
verkleinwoord karabijntje karabijntjes

Zelfstandig naamwoord

karabijn v/m

  1. (militair) een geweer met ingekorte loop en soms ook ingekorte schoudersteun
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen