kankernicht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kankernicht    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkɑŋkərˌnɪxt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• kan·ker·nicht

Woordherkomst en -opbouw

• intensiverende samenstelling van  kanker zn  en  nicht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kankernicht	kankernichten
verkleinwoord	kankernichtje	kankernichtjes

Zelfstandig naamwoord

de kankernicht v / m

1. (scheldwoord) akelige homofiel

   ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.

   • Het is echt erg als je iemand voor "kankernicht" uitscheldt. 

   ▸ John Blankensteins seksuele voorkeur was niet alleen voor supporters (‘kankernicht’, ‘teringhomo’), maar ook voor voetballers nog wel eens een handig onderwerp om hem te beledigen.

Gangbaarheid

• Het woord 'kankernicht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.